-
1 de was doen
laver -
2 uitwassen
laver -
3 afwassen
1 [door wassen reinigen] laver♦voorbeelden:bloed van zijn handen afwassen • laver le sang de ses mains1 [de afwas doen] faire la vaisselle -
4 hand
♦voorbeelden:op handen en voeten lopen, kruipen • marcher à quatre pattesin andere handen komen • changer de mainaan de beterende hand zijn • être en voie de guérisoneen gelukkige hand van gooien hebben • avoir la main chanceuseeen gemakkelijke hand van uitgeven hebben • dépenser sans compterdie zaak is in goede handen • cette affaire est en bonnes mainsgouden handen hebben • avoir des doigts de féemet harde hand opvoeden • élever à la dure(iemand) de helpende hand bieden • tendre une main secourable (à qn.)bevelen van hoger hand • ordres qui viennent d'en hautvan hoger hand is besloten dat • les autorités ont décidé que〈 figuurlijk〉 de laatste hand aan iets leggen • mettre la dernière main à qc.niet met lege handen komen • ne pas arriver les mains vides〈 figuurlijk〉 iets uit de losse hand doen • faire qc. par-dessus la jambemet losse handen rijden • rouler sans les mainsiemand de reddende hand toesteken • tendre la perche à qn.de sterke hand • (les agents de) la force publiquede politiek van de toegestoken hand • la politique de la main tenduemet vaste hand • d'une main assuréemet vaste, krachtige hand regeren • gouverner avec poignein vertrouwde handen zijn • être entre bonnes mainsde vlakke hand • la paumedat kost handen vol geld • ça coûte une (petite) fortunein vreemde handen overgaan • passer en d'autres mainsde handen vrij hebben • avoir les coudées franches〈 figuurlijk〉 iemand de vrije hand laten • donner carte blanche à qn.aan de winnende hand zijn • être en train de gagner〈 figuurlijk〉 de handen van iemand aftrekken • abandonner qn. à son sort〈 figuurlijk〉 de handen van iets aftrekken • se détourner de qc.〈 figuurlijk〉 iemand de handen binden • lier les mains à qn.iemand de hand drukken, geven, schudden • donner une poignée de main à qn.iemand de hand op iets geven • donner sa parole à qn.zij kunnen elkaar de hand geven • ils peuvent se donner la main〈 figuurlijk〉 de hand in iets hebben • être mêlé à qc.〈 figuurlijk〉 de hand aan iets houden • observer (scrupuleusement) qc.de hand op iets, iemand leggen • mettre la main sur qc., qn.de hand lezen • lire (dans) les lignes de la mainde hand met iets lichten • 〈 't niet zo nauw nemen〉 prendre qc. à la légère; 〈 zich ervan afmaken〉 bâcler qc.hij heeft de handen los aan zijn lijf zitten • il n'a pas les bras gourds〈 figuurlijk〉 zijn hand niet voor iets omdraaien ↓ faire qc. les doigts dans le nez〈 figuurlijk〉 de hand(en) tegen iemand opheffen • lever la main contre qn.iemand de hand reiken, toesteken • tendre la main à qn.; 〈 helpen〉 donner un coup de main à qn.de hand aan de ploeg, aan het werk slaan • se mettre à l'ouvragezijn handen niet thuis kunnen houden • 〈 slaan〉 avoir la main leste; 〈 betasten〉 avoir la main baladeuse; 〈 stelen〉 laisser traîner ses mains partout〈 figuurlijk〉 iemand de handen vullen • graisser la patte à qn.〈 figuurlijk〉 iemands handen zalven • graisser la patte à qn.mijn hand erop! • c'est promis!handen omhoog! • haut les mains!streng de hand houden aan de voorschriften • être à cheval sur le règlementhanden thuis! • bas les pattes!〈 figuurlijk〉 iemand iets aan de hand doen • suggérer qc. à qn.hand aan (in) hand gaan • marcher la main dans la main〈 figuurlijk〉 iets achter de hand hebben • avoir qc. en réserve〈 figuurlijk〉 iets bij de hand nemen • entreprendre qc.〈 figuurlijk〉 iets bij de hand hebben • avoir qc. à portée de la mainin de handen klappen • battre des mainsin handen vallen van de politie • tomber aux mains de la policegoed, gemakkelijk in de hand liggen • être maniablezijn toekomst is in mijn handen • son avenir est entre mes mainsiemand iets in handen spelen • faire passer discrètement qc. à qn.iets met het bewijs in handen aantonen • démontrer qc. preuves en main〈 figuurlijk〉 iemand in handen vallen • tomber entre les mains de qn.〈 figuurlijk〉 iemand iets in handen geven • confier qc. à qn.hij wil met de hand aan de hemel reiken • il veut décrocher la lunemet de handen werken • travailler de ses mains〈 figuurlijk〉 met de hand op het hart iets verklaren • déclarer qc. la main sur le coeurmet de hand genaaid • cousu (à la) mainzich met hand en tand verzetten • se défendre comme un lion〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand stellen • manipuler qn.〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • mettre qn. dans sa pocheiets om handen hebben • avoir qc. à faire〈 figuurlijk〉 iets onder handen hebben • travailler à qc.〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • passer un savon à qn.op (met) de hand wassen • laver à la mainde hand op de knip houden • être près de ses soushand over hand toenemen • aller en augmentantiemand iets ter hand stellen • remettre qc. à qn. (en mains propres)iemand het werk uit de handen nemen • décharger qn. d'un travailer komt niets uit zijn handen • il n'arrive à rien (de bon)uit de hand eten • 〈letterlijk; m.b.t. dieren〉 accepter la nourriture dans la main de qn.; 〈 figuurlijk〉 manger dans la mainuit de eerste hand • de première mainvlug van de hand gaan • se vendre comme des petits painsiets van de hand doen • écouler qc.van hand tot hand gaan • passer de main en maingeen hand voor iemand, iets uitsteken • ne pas lever le petit doigt pour aider qn., faire qc.hij heeft er geen hand naar uitgestoken • il n'y a pas touchéhet zijn twee handen op één buik • ils s'entendent comme larrons en foire¶ wat is er daar aan de hand? • qu'est-ce qui se passe?alsof er niets aan de hand was • comme si de rien n'étaitiets in de hand werken • aider à qc.dat werkt misdaad in de hand • c'est une incitation au crimeiemand op zijn hand krijgen • mettre qn. de son côtéop iemands hand zijn • être du côté de qn.op handen zijn • être imminentvan de hand in de tand leven • vivre au jour le joureen voorstel van de hand wijzen • repousser une propositionbeschuldigingen van de hand wijzen • rejeter des accusationseen uitnodiging van de hand wijzen • décliner une invitation→ link=vogel vogel -
5 uitwassen
-
6 wassen
-
7 zuiveren
1 [algemeen] épurer3 [van een smet bevrijden] laver (qn. de qc.)♦voorbeelden:de partij zuiveren • épurer le partide taal zuiveren • épurer la languewater zuiveren • épurer (de) l'eaueen wond zuiveren • nettoyer une plaiede verdachte van blaam zuiveren • innocenter le suspect -
8 aan de tobbe staan
aan de tobbe staan -
9 aan
aan11 [m.b.t. kleding] mis2 [in werking] en fonctionnement3 [brandend] allumé♦voorbeelden:daar heeft zij niets aan • cela ne lui sert à riendaar ben ik nog niet aan toe • je n'en suis pas encore làhij moet er aan • 〈 het onderspit delven〉 il aura le dessous; 〈 het ontgelden〉 il devra payer les pots cassés; 〈 dood〉 il faudra le supprimerzij is er aan toe • 〈 gaat beginnen〉 elle est prête à commencer; 〈 heeft het nodig〉 elle en a vraiment besoiner beroerd aan toe zijn • aller maldat is maar net aan • c'est tout justedaar is niets van aan • il n'en est rienrustig aan! • doucement!zij weet niet waar zij aan toe is • elle ne sait pas à quoi s'en tenirzo zoetjes aan • tout doucementdaar is niets, weinig aan • 〈 gemakkelijk〉 ce n'est pas (bien) difficile; 〈 oninteressant〉 ce n'est pas (très) intéressant; 〈 niet stuk〉 l'objet n'est pas (tellement) abîméaan vakantie toe zijn • avoir besoin de vacanceswe zijn aan hoofdstuk drie toe • nous en sommes au chapitre trois→ link=boot boot————————aan2〈 voorzetsel〉1 [algemeen]à2 [tengevolge van; wat betreft] de♦voorbeelden:doen aan • faire (qc.), pratiquer (qc.)aan het werk gaan • se mettre au travaildat is aan het toenemen • cela va (en) augmentanthet is aan mij er voor te zorgen dat … • c'est moi qui dois veiller à ce que …hoe kom je aan dat spul? • où as-tu déniché cela?dat ligt aan haar • 〈 het ligt in haar macht〉 cela dépend d'elle; 〈 het is haar schuld〉 c'est de sa fautesterven aan een ziekte • mourir d'une maladieaan de Maas • sur la Meuseaan zee • au bord de la merhij gaf het pakje aan de bode • il donna le paquet au messagerhij wil niet aan een auto • il ne veut pas de voitureaan de haven wonen • habiter le quartier du portaan het lezen • en train de lire→ link=twee twee -
10 afnemen
1 [van een plaats verwijderen] enlever (de qc., à qn.)2 [van het hoofd nemen] enlever (de)3 [wegnemen] prendre (à)4 [ontdoen van wat er op ligt, staat] enlever (de); 〈 afruimen〉 débarrasser; 〈 schoonmaken〉 nettoyer5 [afpakken] prendre (qc. à qn.)6 [laten afleggen] faire passer (qc. à qn.)7 [kopen] acheter à♦voorbeelden:iemand een last afnemen • débarrasser qn. d'un fardeau3 iemand bloed afnemen • faire une prise de sang à qn.met zeep afnemen • laver au savon→ link=biecht biecht5 iemand zijn beurs afnemen • délester qn. de sa bourseeen kind een mes afnemen • retirer un couteau à un enfant6 een gelofte afnemen • faire prêter serment à qn.(iemand) een verhoor afnemen • faire subir un interrogatoire (à qn.)1 [verminderen] diminuer2 [korter, kleiner worden] raccourcir♦voorbeelden:de koorts neemt af • la fièvre tombeafnemend tij • marée descendante -
11 afsoppen
-
12 afspoelen
1 [luchtig afwassen van] rincer2 [met water reinigen] nettoyer (à l'eau)♦voorbeelden:het stof van zijn handen afspoelen • se laver les mains pour enlever la poussière -
13 automatisch
♦voorbeelden:automatisch telefoonverkeer • réseau téléphonique automatiséeen automatische wasmachine • une machine à laver automatiquede temperatuur wordt hier automatisch geregeld • ici, la température se règle automatiquementiets automatisch doen • faire qc. automatiquement -
14 bloed van zijn handen afwassen
bloed van zijn handen afwassen -
15 boenen
-
16 dat kan al het water van de zee niet afwassen
dat kan al het water van de zee niet afwassenDeens-Russisch woordenboek > dat kan al het water van de zee niet afwassen
-
17 de chemicaliën van een afdruk spoelen
de chemicaliën van een afdruk spoelenDeens-Russisch woordenboek > de chemicaliën van een afdruk spoelen
-
18 de glazen wassen
de glazen wassen -
19 de levensduur van een wasmachine
de levensduur van een wasmachineDeens-Russisch woordenboek > de levensduur van een wasmachine
-
20 de plaatsing van een wasautomaat
de plaatsing van een wasautomaatDeens-Russisch woordenboek > de plaatsing van een wasautomaat
См. также в других словарях:
laver — [ lave ] v. tr. <conjug. : 1> • 980; lat. lavare I ♦ 1 ♦ Nettoyer avec un liquide, notamment avec de l eau. ⇒ décrasser , décrotter, dégraisser, 2. détacher, nettoyer, savonner. Laver avec une brosse, une éponge; avec du savon, de la… … Encyclopédie Universelle
laver — LAVER. v.a. Nettoyer avec de l eau ou quelque autre chose de liquide. Laver du linge. laver la lessive. se laver le visage. se laver les mains. un bassin à laver les mains. se laver les pieds. se laver la bouche. laver une playe avec du vin. la… … Dictionnaire de l'Académie française
Laver (seaweed) — Laver is an edible seaweed that has a high mineral salt content, particularly iodine and iron. It is used for making laverbread, a traditional Welsh dish. Laver is common around the west coast of Britain and east coast of Ireland along the Irish… … Wikipedia
Laver — con tostada. El laver, también conocido a veces como slake,[1] es un alga comestible con un alto contenido en sales minerales, especialmente yodo e hierro. Se usa para elaborar … Wikipedia Español
laver — Laver, et nettoyer, Abluere, Colluere, Eluere, Baptizare, Lauare, Subluere. Fort laver, Proluere, Perluere, Elauare. Laver ses mains ce temps pendant que quelque chose se fait, Manus interluere. Baille moy à laver, Cedo aquam manibus. Bud ex… … Thresor de la langue françoyse
Laver — might refer to one of the following: *Laver (seaweed), an edible seaweed *Laver, a basin for ceremonial ablution *Laver, a river in North Yorkshire *High Laver a village in the Epping Forest district of Essex, England See also *Arnold Laver,… … Wikipedia
laver bread — or laverbread /lāˈvər or läˈvər bred/ noun A name for a food popular in Wales, the fronds of porphyra boiled, dipped in oatmeal and fried • • • Main Entry: ↑laver * * * laver bread 7 [ˈlɑːvə bred] [ˈlɑːvər bred] noun … Useful english dictionary
Laver — La ver (l[=a] v[ e]r), n. The fronds of certain marine alg[ae] used as food, and for making a sauce called laver sauce. Green laver is the {Ulva latissima}; purple laver, {Porphyra laciniata} and {Porphyra vulgaris}. It is prepared by stewing,… … The Collaborative International Dictionary of English
LAVER (R.) — LAVER RODNEY, dit ROD (1938 ) L’Australien Rod Laver est le seul tennisman à avoir réussi deux fois le Grand Chelem. En 1962, c’est en dominant ses compatriotes Roy Emerson en Australie, en France et aux États Unis et Martin Mulligan en Grande… … Encyclopédie Universelle
laver — (also purple laver) ► NOUN ▪ an edible seaweed with thin reddish purple and green sheet like fronds. ORIGIN Latin … English terms dictionary
Laver — Lav er, n. [From {Lave} to wash.] One who laves; a washer. [Obs.] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English